Belangrijke Symptomen en Punten:
- Vergaande Artrose
- Hoge mate van Pijn
- Onvermogen om algemene dagelijkse activiteiten adequaat uit te voeren
Wat is een Totale Heup Prothese (THP)? en wanneer wordt hiervoor gekozen?
Belangrijke Symptomen en Punten:
In het kort
Een totale heup prothese of kunstheup dient als een vervangende prothese voor het lichaamseigen heupgewricht. Reden hiervoor kan zijn een dijbeenhals breuk (heupfractuur) maar meestal als gevolg van ernstige slijtage (artrose).
Als er sprake is van pijn en/of functieverlies alsmede radiologische afwijkingen die duiden op vergaande heup artrose en als conservatieve behandeling niet de gewenste resultaten geeft is een totale heup prothese een optie.
Er zijn meerdere soorten totale heupprothesen gemaakt van verschillende materialen. Volgens de laatste inzichten van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging wordt bij voorkeur een metalen of keramische kop en een cross-linked polyethyleen kom gebruikt. De levensduur van de prothese is minder lang bij personen met bepaalde comorbiditeiten zoals diabetes en/of overgewicht.
Punten van dit Artikel:
Gerelateerde Artikelen
Laatste jaar bezig geweest met het herstel van de operatie aan mijn kruisband. Met behulp van zeer vakkundig personeel zijn er flinke stappen gemaakt. Na ongeveer 10 a 11 maanden kon ik weer voetballen.
Zeer deskundige praktijk, blijven zoals eerder genoemd niet te lang bij dezelfde behandeling als deze niet aanslaat. Veel oefeningen die in de goed uitgeruste ruimte kunnen worden uitgevoerd. Echt veel beter bevallen dan de persoon waar lastig mee te communiceren is op de sportschool in de buurt van MTP en betere begeleiding bij de oefeningen.
De cijfers
Per jaar worden meer dan 24.000 totale heupoperaties uitgevoerd bij patiënten met heupartrose (3).
De kunstheup bestaat uit twee delen: een heup kop en een heup kom. De kom wordt geankerd in het bekken. De kop wordt vastgezet in het bot van het dijbeen.
Waarom een prothese?
De meest voorkomende reden voor het plaatsen van een totale heupprothese is vergevorderde artrose.
Artrose is de meest voorkomende aandoening van het houdings- en bewegingsapparaat. De knie en heup behoren tot de gewrichten waarbij artrose het meeste voorkomt. Artrose is een langzame en wisselende degeneratie van gewrichtskraakbeen. Daarnaast komt bij vergevorderde artrose vervorming van het subchondrale (onder het kraakbeen) bot zoals botwoekeringen aan de gewrichtsranden (osteofyten) voor, ook prikkeling van het synoviale membraan (dunne binnenlaag wat de niet kraakbeen oppervlak van een gewricht bekleed) wat leidt tot gewrichtsontsteking komt voor bij artrose. Het voorkomen van artrose neemt toe met de leeftijd met een piek rond de 79 jaar.
Daarnaast zijn kan een traumamoment waarbij de dijbeenhals of heuphals breekt (dijbeenhalsfractuur) een reden zijn voor het plaatsen van een THP. De kans hierop is groter als men lijd aan osteoporose (botontkalking). Avasculaire kopnecrose kan ook een reden zijn voor het plaatsen van een THP. Bij Avasculaire kopnecrose is de doorbloeding van de heupkop verstoord waarbij de kwaliteit van het bot drastisch degenereert waardoor het bot zacht wordt en inzakt. Een reden hiervoor kan trauma zijn maar vaak ook als gevolg van medicijngebruik zoals prednison en chemotherapie. Veelvuldig alcohol en drugsgebruik kan dit ook veroorzaken.
‘’Uit de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI) blijkt dat in 2018 87% van de totale heupprothesen is geplaatst vanwege artrose en 13% vanwege aandoeningen zoals een gebroken heup, afsterven van de heup kop (osteonecrose), aangeboren heupdysplasie en eerdere botbreuken’’.
Operatie
Tijdens de operatie wordt de eigen heup kop verwijderd en vervangen door een kunstkop. In de heup kom wordt een kom van synthetisch materiaal of metaal geplaatst. De chirurg zet in het bovenbeen een metalen pen waarop een kop is vastgemaakt die precies in de kom past. Het eigen heupgewricht wordt dus vervangen door een kunstkop en kom. Na het plaatsen van de prothese wordt de wond gesloten met metalen nietjes, een oplosbare draad in de huid of met niet-oplosbaar hechtmateriaal. De operatie is een standaard operatie en duurt normaliter 45-90 minuten. De nietjes en het niet-oplosbaar hechtmateriaal wordt doorgaans na een week of 2 verwijdert bij de huisarts of in het ziekenhuis. U krijgt ook na de operatie antibiotica om de kans op infectie te verkleinen.
Afhankelijk van de benaderingswijze tijdens de operatie houd u een litteken over aan de zijkant, voorkant of achterkant van de heup van ongeveer 15-20 cm lang.
Operatietechniek
Er zijn verschillende operatietechnieken voor het plaatsen van een heupprothese. Bij het plaatsen van een totale heupprothese kunnen verschillende benaderingswijze gebruikt worden, de ingreep kan via de posterieure (achterzijde), laterale (zijkant) of anterieure (voorzijde) geschieden. Elke benaderingswijze heeft zijn voor- en nadelen. De keuze voor een bepaalde benaderingswijze hangt samen met de opleiding/training van de chirurg. Aangeraden wordt om samen met de chirurg te bepalen welke benaderingswijze gebruikt dient te worden.
Wel of geen cement?
Een heupprothese kan op verschillende manieren in het bot worden vastgemaakt; met en zonder cement. Bij gecementeerde heupprothesen zet de orthopeed zowel de heupkom als heupkop met cement in het bot vast. Dit is een speciaal soort medisch cement (polymethylmetacrylaat). Na ongeveer 10 minuten is het uitgehard en zit de prothese muurvast in het bot.
Voordelen van gecementeerde prothesen
90-95% van de heupen werkt 10 of 15 jaar na de operatie nog steeds goed. Het wordt al lang gebruikt al lang gebruikt en er is al veel ervaring mee opgedaan. De verbinding van de prothese met het bot met dit medisch cement is erg stabiel. De cementtechnieken zijn ook meer verfijnd geworden zodat de kans op een succesvolle operatiegroot is.
In de cement die gebruikt wordt in Nederland zit doorgaans bijna altijd een antibioticum wat de kans op infecties na de operatie verder verkleind.
Toch kan het voorkomen dat de kwaliteit van het botcement verbinding afneemt. Zo’n verminderde verbinding komt doorgaans vaker voor bij de komprothese dan bij de steel van de kopprothese. Dit kan meerdere mogelijke oorzaken hebben met loslating tot gevolg. In de cement laag kunnen kleine breukjes (vermoeidheidsbreukjes) ontstaan. Dit komt vaker voor bij personen met (ernstig) overgewicht en personen die erg actief zijn. In deze situaties staan er grote krachten op de heup. Hierdoor kan er door grotere wrijving tussen kop en kom slijtagedeeltjes van het materiaal loskomen. De cellen rondom het gewricht kunnen deze slijtagedeeltjes opnemen, wat een ontstekingsreactie kan geven. Veelvuldig en langdurige ontstekingsreacties kunnen ervoor zorgen dat botweefsel verdwijnt. Zo kan er ruimte ontstaan tussen het bot en het cement. Een achterliggende aandoening zoals osteoporose (botontkalking) verhoogd weer de kans hierop.
Vanaf de jaren ’80 worden er ook heupprothesen zonder cement geplaatst (ongecementeerd). Deze prothesen hebben een ruw oppervlak (komprothese en steel van de kopprothese) wat zorgt voor een sterke verbinding tussen kop en prothese. Botweefsel groeit in dit geval tegen de prothese aan en klemt deze stevig vast. Doorgaans zit er op het ruwe oppervlak een speciale coating welke de botgroei stimuleert. Meestal zitten de ongecementeerde prothesen bij de operatie direct heel stevig vast. De patiënt kan het been direct gebruiken. De botingroei neemt in de maanden na de operatie verder toe. Hierdoor komt de prothese nog beter vast te zitten.
Door (ernstig) overgewicht en een erg actieve leefstijl kunnen tussen de kop en kom nog steeds slijtage deeltjes loskomen.
Uit de internationale registraties blijkt dat de ongecementeerde prothesen ongeveer net zo lang meegaan als de gecementeerde. En mogelijk bij de jongere patiëntengroepen (jonger dan 75 jaar) nog wat langer.
Ook zijn er hybride prothesen waarbij de kom of kop (steel) deels gecementeerd wordt geplaatst.
Data uit de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI) laat zien dat van alle totale heupprothesen die in 2018 in Nederland zijn geplaatst 67% ongecementeerd is geplaatst, 24% gecementeerd en 9% met óf de kom óf de steel gecementeerd (hybride)(8).
Geopereerd, nu revalideren.
Na de operatie begint een langdurig revalidatie proces, de norm die hiervoor staat is 3 tot 12 maanden.
Doorgaans komt de fysiotherapeut kort na ontslag bij u thuis om de eerste huiswerk oefeningen door te nemen en een aantal leefregels welke te maken hebben met de type benadering die gebruikt is bij het plaatsen van de THP (o.a. welke bewegingen absoluut te vermijden).
Fase 1 (week 0-2)
In fase zal de fysiotherapeut uitleg geven over de juiste wijze van lopen met krukken. Oefentherapie zal zich focussen omtrent het symmetrisch bewegen en weer aanleren van een normaal looppatroon (op geleide van pijn en reactie). Toename mobiliteit functionele heupgewricht. Begin met simpele laagdrempelige krachtsoefeningen. Begin maken met laagdrempelige stabiliteit/coördinatie oefeningen op een regelmatige ondergrond.
Fase 3 (week 6-12)
Werken aan toename symmetrie links-rechts als het gaat om kracht, mobiliteit en stabiliteit/coördinatie. Indien mogelijk lopen zonder krukken. Uitbreiden oefentherapie gericht op verbeteren stabiliteit/coördinatie. Verdere verbetering cardiovasculaire fitheid met betrekking tot hulpvraag.
Fase 2 (week 2-6)
Indien mogelijk zal de patiënt veel op de hometrainer worden gezet. Verder gaan met looptraining met nadruk op vergroten loopafstand. Verder gaan met oefentherapie gericht op kracht. Begin maken stabiliteit/coördinatie oefeningen op een ongelijke ondergrond. Start met oefentherapie gericht op cardiovasculaire fitheid. Indien mogelijk vanaf week 5 lopen met 1 kruk.
Fase 4 (3-12 maanden)
Verder opbouwen alle functionele grond-motorische eigenschappen (kracht, mobiliteit, stabiliteit/coördinatie) en de symmetrie links-rechts hierin. Werken aan sport-specifieke hulpvraag.
Testen en meten
Om goed in kaart te brengen in welke fase je zit en wat de veilige vervolgstappen zijn maken wij gebruik van een uitgebreid test protocol.
De testen zijn niet alleen voor de kracht in de benen, wij kijken ook naar de stabiliteit, mobiliteit en coördinatie. Veelal komen deze aspecten binnen de oefenen vormen aan de orde en worden deze ook als test ingezet. Om er een waarde aan de testen te kunnen koppelen maken wij onder andere gebruik van Keiser apparatuur. Dit zijn machines die op luchtdruk werken. De voordelen hiervan zijn dat er tijdens de gehele beweging dezelfde druk geleverd moet worden. Hierdoor kunnen wij de kracht per been duidelijk in beeld krijgen. Tijdens de revalidatie worden ook standaardtesten vanuit richtlijnen gehanteerd.
Thuis trainen/sportschool
Om jullie zo goed te helpen bij je revalidatie maken wij gebruik van huiswerkapp.
Dit is een programma waarmee wij je online trainingen kunnen sturen. Via deze weg kunnen wij je revalidatie versnellen. Naar aanleiding van uw beschikbare middelen (thuis/sportschool) kunnen wij voor je op maat een oefenschema opstellen. Binnen dit oefenschema komen natuurlijk de eerdergenoemde fasen aan bod. Daarnaast blijven we u natuurlijk wel in de praktijk zien.
Multidisciplinaire team van MTP
Omdat het aannemelijk is dat overgewicht een slechte invloed heeft op de levensduur van een prothese is het vaak van meerwaarde om ook de hulp van een diëtist in te schakelen. Binnen ons team hebben wij een orthomoleculair therapeute om zodoende een meer holistische aanpak aan te bieden waar naast gewichtsreductie leefstijl verandering ook een belangrijke rol speelt.
Daarnaast kan zij zij u zowel voor als na de operatie ondersteunen met een voedingsschema om u zo optimaal mogelijk voor te bereiden of te ondersteunen in het herstel. Door de juiste voedingsstoffen binnen de krijgen en ook de ontstekingswaardes zo laag mogelijk te houden, kan dit aanzienlijk helpen bij het herstel.
Verzekering
Na het zetten van een Totale Knie Prothese krijg u een zo gehete chronische indicatie. Dit betekend dat de behandelingen fysiotherapie vanuit je basisverzekering worden vergoed. Hier zitten wel wat voorwaarde aan. Zo zijn eerste 20 behandelingen zijn voor eigen rekening, deze kunnen ook uit de aanvullende verzekering komen. Wanneer je niet aanvullend verzekerd ben zal je dus zelf voor deze kosten moeten opdragen. Als je wel aanvullend verzekerd ben maar dit is voor minder dan 20 behandelingen dan zal je het verschil in behandelingen moeten betalen. Na deze 20 behandeling komt normaal gesproken ook nog het eigenrisico maar omdat je een operatie hebt ondergaan is dit al besteed. Wanneer je eigenrisico en de eerste 20 behandeling hebt gehad ga je dus over op je basisverzekering.